Te moe om te juichen was Harrie Lavreysen nadat hij in de olympische sprintfinale in drie heats had afgerekend met vriend en eeuwige rivaal Jeffrey Hoogland. "Ik wilde graag een arm in de lucht steken, maar ik had de kracht niet meer. En ook mijn ademhaling niet meer onder controle", vertelde de 24-jarige Brabander met het goud inmiddels omgehangen.
Het blijft een lastig verhaal: vrienden, kamergenoten, trainingsmaatjes en rivalen. "Ik gun mezelf het goud net iets meer", zei Lavreysen, terwijl Hoogland inmiddels naast hem was komen zitten. De vier jaar oudere sprinter had de eerste heat gewonnen, de tweede net verloren, net als de derde. "De eerste was heerlijk, de tweede bijna heerlijk, de derde onmenselijk", verzuchtte de in Nijverdal opgegroeide Hoogland. In Berlijn, op de WK van 2020, was hij ook de verliezer in de finale en sneuvelde er wat meubilair in de box. "Daar had ik vandaag de kracht niet meer voor."